Voorwoord

Waarom zo actief in het buitenland?

​In de vele gesprekken die ik als vakbondsverantwoordelijke voer, krijg ik vaak de vraag waarom ik actief ben op het internationale niveau, in het internationale vakbondsnetwerk. Waarom vind ik het zo belangrijk om te investeren in de Europese en internationale transport­ federaties? Waarom onderhoud ik zo veel contacten met buitenlandse vakbonden? Waarom ben ik dus veel in het buitenland?

Mensen vragen mij dat omdat ze dagelijks geconfronteerd worden met problemen op de werkvloer hier in België. Hun problemen. Problemen die ze bijvoorbeeld hebben om veilig te kunnen werken, om elke maand financieel rond te komen of om het helse werktempo te volgen, met alle hyperflexibiliteit die ze vandaag de dag moeten slikken. Ze willen daarbij de steun krijgen van hun vakbond. En die krijgen ze ook, alvast van onze vakbond, de Belgische Transportbond (BTB), waarvan ik voorzitter ben.

Mijn antwoord? Omdat veel problemen waarmee werkende mannen en vrouwen te maken krijgen, alleen maar opgelost kunnen worden door internationaal vakbondsengagement en internationale vakbondsacties. Ik ben er écht van overtuigd dat je als vakbond geen andere keuze hebt dan inter­nationaal actief te zijn.

De truck­ en buschauffeurs weten dat de rij­ en rusttijden van truckers alleen kunnen worden aangepast door Europese regels te wijzigen.

De zeevarenden moeten weten dat hun statuut, hun werkomstandigheden grotendeels bepaald worden op internationaal niveau. Want de Maritime Labour Convention bepaalt wereldwijd de situatie van de zeevarenden.

Dokwerkers zullen ongetwijfeld beseffen dat beslissingen over de haventerminal waar zij werken vaak in Singapore of Denemarken worden genomen. En Antwerpen mag dan wel de tweede haven van Europa zijn, hetzelfde Europa wordt gebruikt of misbruikt om het statuut van de Antwerpse havenarbeiders ter discussie te stellen.

De afhandelaars op de luchthaven weten ondertussen met scha en schande dat Swissport International in Zaventem zijn activiteiten heeft stopgezet omdat dat in Zürich zo werd beslist.

Vakbondswerk is per definitie internationaal

Daarom wil ik met dit boek een en ander op een rij zetten. Om werkende mensen – en zeker vakbondsmensen – te overtuigen. Om ze warm te maken voor wat in Europa (de Europese Unie) of in Genève (de International Labour Organisation) of waar ook ter wereld wordt beslist. Opdat ze zouden weten dat beslissingen over hen vaak aan de andere kant van de wereld genomen worden. Om ze uit te leggen dat een samenwerkingsproject met – zeg maar – Keniaanse vakbonden, een goede investering is. Om ze te motiveren om over de grenzen van hun eigen bedrijf te kijken, over de landsgrenzen ook. En als dat nodig is ook actie te ondernemen en te wegen op de besluiten die ergens anders worden genomen. Het gaat tenslotte over ons: onze werkomstandigheden, onze arbeidsvoorwaarden, onze veiligheid, onze lonen.

Hier bij ons kregen en krijgen werkende mensen nooit iets gratis. We moesten altijd knokken voor betere loon- en arbeidsvoorwaarden. We moesten actievoeren voor betaald verlof en vechten voor een veilige werkplek. Vandaag is dat op veel plaatsen in de wereld nog altijd geen realiteit. Ook internationaal zullen we geen verbetering van onze situatie kunnen realiseren door het vriendelijk te vragen.

Als vakbonden het lot van de ‘gewone’ man en vrouw willen verbeteren, als we ongelijkheid willen bestrijden, als we een betere verdeling van de welvaart willen, dan zullen we niet op onze luie kont kunnen zitten. We zullen druk moeten uitoefenen op politiek verantwoordelijken, op multinationale ondernemingen, op internationale instanties …

‘Het gaat tenslotte over ons: onze werkomstandigheden, onze arbeidsvoorwaarden, onze veilig­heid, onze lonen.’

Dat is moeilijk, lastig en het vraagt veel tijd en energie. Maar het is noodzakelijk. In die zin is er inderdaad geen alternatief. Tenzij het onze!

Ik zie ook dat er vakbonden zijn die hun inter­ nationale engagement downsizen. Ze worden minder actief of betalen minder bijdrage aan hun internationale koepels. Dat kan twee redenen hebben. Ofwel zijn die internatio­nale vakbondsstructuren minder relevant voor de vakbonden, en dan moeten die koepels een ernstig onderzoek doen naar hoe dat komt, en bijsturen waar nodig. Ofwel hebben de nationale of sectorale bonden minder mensen en middelen. Ook dat moet ons doen nadenken. Want als nationale bonden verzwakken, verzwakt ook onze internationale impact.

Net nu de wereld globaler wordt, nu de economie internationaler wordt, nu multinationale onder­nemingen steeds meer wegen ook op politieke beslissingen, hebben vakbonden niet de luxe om internationaal af te haken.

Ik besef dat veel voorbeelden die ik geef in dit boek uit mijn Belgische en Europese vakbondspraktijk komen. Dat is nu eenmaal mijn leefwereld. Toch heb ik geprobeerd om over de grenzen van Europa te kijken. En als Europa uitgebreid aan bod komt in dit werk, dan zal iedere vakbondsmilitant, waar ook ter wereld, heel wat herkennen. Want daar gaat het net over: wat in Brussel gebeurt, gebeurt ook in Montreal, Rio de Janeiro, Abidjan, Singapore …

Dit boek is gebaseerd op mijn eigen ervaringen en syndicale praktijk. Ik neem er de volle verantwoordelijkheid voor. Maar ik ben blij dat vrienden, collega’s, kameraden,… ook hun visie wilden geven op wat ik schrijf. De gastschrijvers waren zo vriendelijk om hun visie en commentaar te geven op een van de hoofdstukken uit dit boek. Ik ben er blij om, want het verrijkt wat ik zelf heb geschreven.

‘Net nu de wereld globaler wordt, hebben vakbonden niet de luxe om internationaal af te haken.

You can’t start a fire without a spark

De Europese verkiezingen komen eraan in juni 2024. En onze globale vakbondsfederatie, de Internationale Transportarbeiders Federatie congresseert in oktober 2024. Twee goeie redenen om enkele ideeën op een rijtje te zetten, om een en ander te analyseren, en om enkele voorstellen te realiseren, en zo mijn bijdrage te leveren in de debatten die eraan komen. Misschien motiveert het jonge mensen wel om erin te vliegen. Bruce Springsteen zingt: You can’t start a fire without a spark. Verandering valt niet uit de lucht. Iemand moet eraan beginnen. Laat ons dus de gensters zijn die het vuur van de verandering laten opflakkeren.